Extra ondersteuning
Orthopedagogische begeleiding
In de meeste gevallen verloopt de ontwikkeling van een kind redelijk “vanzelf”. Soms gaat het net even anders of heb je als ouder(s) zorgen of twijfels.
Je baby blijft maar huilen of wil niet slapen of eten. Je kind praat nog niet goed of heeft moeite om met anderen kinderen te spelen. In eerste instantie zal de JGZ-verpleegkundige of jeugdarts samen met de ouders bekijken wat er aan de hand kan zijn. Zij kunnen al onderzoeken doen of hulp inzetten (bijvoorbeeld doorsturen om het gehoor te testen of opvoedondersteuning). Als dit niet voldoende is, kunnen zij samen met ouders besluiten om de orthopedagoog er bij te vragen.
Een goed beeld van de situatie krijgen
De orthopedagoog gaat in nauw overleg met ouders kijken wat er nog meer nodig is om een goed beeld te krijgen. Dit kan een observatie zijn (bijvoorbeeld op de peuterspeelzaal, het kinderdagverblijf en/of thuis), een overleg met andere hulpverleners (zoals een logopediste of fysiotherapeut), of het doen van een psychologisch onderzoek. Als het nodig is kunnen we ook een specialist van een andere instelling of een kinderarts vragen om mee te denken. De orthopedagoog gaat met ouders in gesprek om te kijken wat er precies aan de hand zou kunnen zijn en wat zou kunnen helpen, zodat ouders en kind weer verder kunnen.
Kijken naar het kind en de omgeving
De orthopedagoog bekijkt alles vanuit de wetenschap dat zowel alles wat het kind heeft meegemaakt en meegekregen als wat er in relatie met de ouders, familie en omgeving (is) gebeurd, invloed heeft op de ontwikkeling van het kind. Omdat een jong kind dit zelf niet kan regelen, zal alles vanuit de relatie ouder en kind worden bekeken. Het kan om iets gaan wat in het kind zit, bijvoorbeeld een achterblijvende ontwikkeling, een lichamelijke beperking of ziekte of een extreem temperamentvol kind. Het kan ook zijn dat ouders en kind samen iets naars hebben meegemaakt (bijvoorbeeld een traumatisch verlopen bevalling) of omdat de ouder extra beschermend is naar zijn/haar kind omdat hij/zij vroeger zelf iets moeilijks heeft meegemaakt. Het is belangrijk voor de ontwikkeling van een kind dat de band tussen kind en ouder goed is.
Samenwerken aan een oplossing
Samen gaan we op zoek naar wat er aan de hand zou kunnen zijn en wat we zouden kunnen doen om het kind en het gezin zo goed mogelijk te kunnen ondersteunen. Ouders bepalen natuurlijk zelf wat zij vinden passen bij hun kind en hun gezin.
We kunnen zelf kortdurend begeleiding bieden of doorverwijzen naar een meer gespecialiseerde instantie voor als er wel een diagnose nodig is of om te kunnen behandelen. We blijven bij het kind en gezin betrokken zo lang dat nodig is en zorgen voor een goede overdracht naar een volgende voorziening, bijvoorbeeld de school, als dat nodig is.